Het Bermbesluit is er gekomen om de bermen op een natuurvriendelijker manier te beheren om wilde planten en dieren in stand te houden.
Doordat de wegen heel Vlaanderen doorkruisen, vormen de bermen interessante verbindingsassen tussen de verschillende natuurgebieden. Dieren gebruiken bermen om zich te verplaatsen en nieuwe streken te koloniseren.
In eentonige grasbermen kunnen dieren, zeker insecten, niet overleven. Zij hebben schrale, kruidenrijke wegbermen nodig. De maaidata van het bermbesluit zijn dan ook gekozen in functie van de bloei.
Na 15 juni is de voorjaarsbloei grotendeels voorbij en hebben soorten de kans gehad zaad te zetten. Wanneer ze worden afgemaaid, vallen de zaden op de grond, waar ze volgend jaar kunnen kiemen. Hetzelfde geldt voor de zomerbloeiers, daarom mag de tweede maaibeurt pas na 15 september plaatsvinden.
Bovendien kan op dat momenten het meest biomassa afgevoerd worden, zodat een maximale verschraling mogelijk is. Dat is een goede zaak omdat de meeste bermen in Vlaanderen sterk verruigd zijn.
Door de strikte bepalingen van het bermdecreet kunnen planten in bloei komen en als voedselbron voor volwassen insecten en larven fungeren. Insecten die vroeger in bloemrijke hooilanden voorkwamen kunnen nu een stek vinden in de bermen.
Gelukkig sluiten veiligheid en kruidenrijke wegbermen elkaar niet uit. Door de bodem te verschralen wordt de begroeiing lager en zullen de hogere grassen, die veel voedingsstoffen gebruiken, wijken voor lagere, bloemrijkere beplantingen. Een berm vol bloemen doorbreekt ook de monotonie en verscherpt ongemerkt de aandacht van de weggebruiker. Tenslotte hebben bloemrijke wegbermen een economische meerwaarde. Deze wegbermen moeten beduidend minder gemaaid worden.
Wat zijn bermen precies?
De term “bermen” wordt omschreven als: alle terreinen, die bestaan uit zowel de vlakke als hellende overgangszones tussen de eigenlijke weginfrastructuur en andere gebruiksterreinen en die beheerd worden door een publiekrechtelijk rechtspersoon. Het bermbesluit is eveneens van toepassing op de stroken tussen verschillende rijbanen. Wat de bermen langs waterlopen betreft, wordt de strook bedoeld waarop plantengroei voorkomt. Ook de stroken tussen verschillende rijbanen en de taluds langs waterlopen en spoorwegen worden als bermen beschouwd.
Het Bermbesluit legt volgende voorwaarden aan de bermbeheerder op:
- De bermen mogen niet met biociden behandeld worden.
- De bermen mogen niet voor 15 juni gemaaid worden. Een eventuele tweede maaibeurt mag slechts uitgevoerd worden na 15 september.
- Het maaisel dient verwijderd te worden binnen de 10 dagen na het maaien.
- Bij het bermbeheer mogen de ondergrondse plantendelen en de houtige gewassen niet worden beschadigd. De maaimachine mag niet lager dan 10 cm worden ingesteld.µ
Het naleven van bermdecreet is een voorbeeld van integratie in het gemeentelijk beleid van SDG 13: Klimaatactie.